dinsdag 19 februari 2008

Typisch iets voor mannen?

Vanmorgen zonder aanhanger naar mijn werk gereden... Ik had er echt zin in, want na drie dagen met aanhanger wilde ik nu wel weer een keer in een lekker tempootje door kunnen fietsen. Nog in Leiden, als ik net van de Hoge Rijndijk rechtsaf het fietspad langs de Kanaalweg op ben gereden, zie ik in mijn spiegels een wit lampje, dat ondanks mijn snelheid van stevig over de veertig niet of nauwelijks verder weg lijkt te gaan, dus ik zet nog even extra aan, het zal een scootertje wezen, ik wil er vanaf zijn. Het lampje wordt, heel erg langzaam, iets kleiner. Toch twijfel ik. Scootertjes hebben vaak iets geler licht, en vooral een grotere spiegel in hun lamp: meer oppervlak licht. Volgens het lampje moet het dus een fiets zijn....Ik hoor ook in de verste verte geen motortje ofzo. Maar, wat voor fiets....is er nou zó snel? Het moet wel een héél sterke fietser wezen....óf toch een scootertje, met een tijdelijk ander lampje, besluit ik.
Bij het fietsersstoplicht, bij de brug waar ik altijd oversteek om het water verder aan de andere kant te volgen tot Leidschendam, komt de oplossing van dit vreselijk moeilijke raadsel naast me staan. Eigenlijk is het heel logisch: het is "gewoon" ....een velomobiel. Natuurlijk...
Geen seconde aan die mogelijkheid gedacht! Een rode Mango.
We zeggen "hoi" en het wordt groen.
Omdat "hij" links van me stond rijdt hij voor me uit en hij slaat rechtsaf aan de overkant van de brug. Moet ik ook heen. Met een prettig tempo van vrij constant 37 rijdt ik achter hem aan naar Leidschendam, ik geef even een seintje van "doeg" met mijn licht, voordat ik bij "de Knip" weer de brug over ga, maar hij neemt óók die brug. Het geeft ons een paar honderd meter voor een praatje.
Ik ga naast hem fietsen, spreek hem aan: hoi, aardig eindje dezelfde route...leuk.... Hij: hoi, waar ga je naartoe? Leidschendam, ik ben er al bijna. O, dus je gaat zo linksaf? Ja klopt, jij rechts? Ja...wat heb je nou voor haak aan je zijkant zitten? O, voor een aanhanger, een kinderkar.
En hoe gaat dat? O prima, maar het trapt zwaar als een opafiets, ik haal met moeite nog de dertig!. O, nou... dan fiets het toch nog wel lichter dan een opafiets... Ik denk: is dat zo? Maar ik zeg: ik moet hier na het tunneltje linksaf, dus ....doeg en ik ga voor hem rijden. Het fietstunneltje eindigt direct op een T-splitsinkje van fietspaden (met stom genoeg maar één spiegel, en zelfs die is nu weg geloof ik) We kunnen niet meer naast elkaar blijven rijden. We roepen nog een keer van doeg en gaan verder onze eigen weg.
En nou weet ik dus niet wie het was en waar hij vandaan kwam en naar op weg was, of hij dat vaker doet op die route en op dat tijdstip. En nu heb ik allemaal vragen in mijn hoofd. Ten eerste natuurlijk: wie was het? En dan: waarom heb ik dat niet even gevraagd? Was daar een goede ruimte/ gelegenheid /tijd voor? Is dat typisch iets voor mannen? Om in officieuze situaties pas nadat je elkaar een paar keer gesproken heb te vragen naar een naam, en zelf dan soms nog niet? Of hoort bij jezelf wederzijds voorstellen zo erg dat je elkaar een hand geeft, dat je je in een rijdende velomobiel niet aan elkaar kán voorstellen? Nee, dat is onzin.
Het voelt niet als een fietsend praatje: "Hallo, ik ben Reinier, leuk om kennis te maken. Fiets je vaker hier? En wie ben je? (ben ik benieuwd naar) Okee, ja , weleens voorbij zien komen op de lijst die naam, kan dat?" Je moet misschien stoppen voor zoiets, of in ieder geval meer dan een paar honderd meter hebben. En als je dan rijdend naar je werk toch niet écht even de tijd hebt voor een goede kennismaking, dan maar helemaal niet ofzo. Het leek me in ieder geval iets dat vrouwen vast anders doen. Kan ik ook mis hebben.

vrijdag 15 februari 2008

Een mooi gezicht

Het is een prachtig gezicht, de rood met zwarte stippen achter de witte mango.
Het ritje naar Voorschoten met Yntze, en daarna met lege kar naar mijn werk, verliep prima. Het is wél duidelijk dat de kar behoorlijk als parachute fungeert. Ik reed met een kruissnelheid van 26 - 27 km/uur, met een top van 30. Scheelt 10 km. met fietsen met Yntze in de draagzak, maarja, daarvoor werd-ie alweer te groot. Ik heb duidelijk meer tijd nodig, maar het is goed voor de spieren.
We hadden hem voor het ritje goed ingepakt, het vroor twee graden, en hij zit niet meer tegen mijn warmte aan, nog wel uit de wind, maar wel stil. Híj wordt niet warm van het fietsen! In de maxicosi, winterjas aan, muts op, capuchon van zijn trui erover, capuchon van zijn jas erover, schoentjes aan, handjes in zijn mouwen, dekentje om zijn benen.
In Voorschoten aangekomen had hij wat koude handjes, maar dat was het. Verder was hij lekker warm gebleven.
Bij Leidschendam zie ik in de spiegeling van plantenkassen dat vanaf de zijkant het achterlicht van de Mango zichtbaar is, dat van de kar niet. Dat kan voor automobilisten de indruk wekken dat het daar ophoudt
Dat zal met een gewone fiets ook zo zijn, maar ik moet de zichtbaarheid van opzij in het donker toch nog eens goed bekijken....waarschijnlijk valt het mee, de kar heeft reflectie in de stof en reflectoren tussen de spaken. Maar als er geen licht op schijnt zie je dus de kar slecht van opzij.

gaatjes in de Mango, oliebollen, achillespezen en een lieveheersbeestje met twee vlaggen

Al weer een tijdje terug dat ik iets schreef hierzo, maar nu weer een avondje de tijd...

Nog even sleutelen
De twee nieuwe banden kwamen mooi op tijd voor de oliebollentocht, samen met de trekhaak.
Banden wisselen hebben we vaker gedaan. Een trekhaak aan een velomobiel monteren niet. Volgens Ymte moet de trekhaak aan de onderkant van de Mango, bij het achterwiel aan de flens van de carosserie vastgemaakt worden. Een derde gat moet geboord worden in de verstevigingsrib (extra glasmatje) die bij het achterwiel zit. Bij mijn Mango is er echter geen mogelijkheid waarop de drie gaten én in de flens én in de rib komen te zitten. De rib zit aan de linkerkant van mijn Mango ook iets hoger dan rechts.
Ik boor toch drie gaten, in ieder geval in de flens, waar die het dikst is, dan zit dat in ieder geval stevig. Het derde gat dus op een dunne plek in de body...
Nadat de haak op de fiets zit met boutjes en moertjes, zit er daardoor toch nog wat beweging in. Als ik er dwars op de fiets aan trek, "plopt" de body. Niet goed dus ... ;( Maar met een extra glasmatje moet dat goedkomen. Ik besluit het vooralsnog onveranderd te laten, met de oliebollentocht kan ik het even laten zien aan Ymte of Allert.

en dán.....naar de Oliebollen!
Met een zuiniger lampje en een redelijk volgepakte Mango, vertrek ik de 28e december om 6 uur 's ochtends vol goede moed richting Putten. Het gaat een lange dag worden, met misschien wel 240 km fietsen voor de boeg. Omdat het winter is, en omdat mijn langste dagafstand 185 km is, bij lekker weer en voornamelijk platte polder, houd ik als slag om de arm dat ik na de oliebollentocht in Apeldoorn bij mijn zus kan overnachten. Nadeel daarvan is dat ik dan de dag daarna nog zo'n 120 km terug moet fietsen naar Leiden,of mijn Mango later moet ophalen.... ik zie wel....
Het moeilijkste van een lange tocht rijden, als je gemiddelde dagafstand ophoudt bij 2 keer 14 km woon-werkverkeer is om het in het begin rustig aan te doen. Naar mijn werk fiets ik direct thuis weg met 37 km/h over de Leidse singels, van de watertoren bij Leiderdorp gaat het dan met 40, 42 langs de vliet tot de spoorbrug, daarna nog wat kronkeltjes bij de vlietlanden en dan fiets ik het langste rechte stuk vaak met steeds oplopende snelheid tot 45, soms richting 50. Ik heb meestal de wind schuin tegen op dat stuk. In 23 a 25 min. ben ik dan bezweet op mijn werk.

De 28e december reed ik dus niet zo weg, maar mak aan. Ik heb wind schuin in de rug, dus mak aan houdt in: een half uurtje 30 km/h en dan verder met een gangetje of 35.
Ik heb nog geen GPS en omdat het pas tegen Hilversum licht begint te worden kies ik een route waarop ik de kaart niet nodig denk te hebben. Simpelste is om de ringvaart Haarlemmermeer te volgen tot Aalsmeer, dan rechtsaf, de N201 volgen tot Hilversum. Klinkt simpel he. Maar in Aalsmeer en vlak erna moet je soms als fietser een woonwijk in om de 201 te kunnen volgen en daar heb ik geen zin in. Ik besluit dus om bij Leimuiden door te steken naar Kudelstaart, dan via De Kwakel naar Uithoorn/ 201. En dat is geen goede beslissing.
De weg van Leimuiden naar Kudelstaart blijkt onverlicht en aardedonker. Ik neem eerst de rijbaan, maar zo in het donker, voel ik me op een gegeven moment toch niet veilig, omdat sommige automobilisten vinden dat ik geen ruimte in mag nemen. Ook wordt ik door enkelen via mijn spiegels verblind, omdat die het nodig vinden hun groot licht aan te doen om het bijzonders op de weg eens uitgebreid te kunnen bekijken. Ik kan echter niet zomaar het fietspad op, want om achterop komend snel verkeer meer tijd te geven om op mijn aanwezigheid te reageren, rijdt ik even 42. En, niet onbelangrijk, het fietspad ligt twee meter lager. Als ik uiteindelijk toch op het fietspad rijdt heb ik daar snel al spijt van. Er zitten allerlei onverwachte ups en downs in het pad en bochtjes. Leuk voor de zondagmiddagfietser. Niet als je vlot wil reizen in het donker. Om op het pad te kunnen blijven moet ik langzamer dan 25 km/h. gaan rijden én mijn 5W lamp aandoen : {
Daarna volgt langs Kudelstaart een paar kilometer stoeptegels en wegverbouwingen. Voorbij Kudelstaart ga ik rechtsaf de N231 op richting Uithoorn. Al snel kom je dan, rijdend op het fietspad links van de weg een ANWB-bordje tegen: "fietsers naar de Kwakel en Uithoorn linksaf een paadje in" Dan weet je dat je goed zit zeg maar. Het pad dumpt je in een woonwijk in de Kwakel en verder mag je het dan ook zelf uitzoeken, geen bordje Uithoorn te vinden. In Google maps kan je het pad niet zien, alleen als je de sateliet aanzet, zo'n paadje dus. En de ANWB bordjes blijken weer alleen bedoeld voor mensen die de weg al kennen.
Na veel, veel te vermoeiend, gezigzag ben ik uiteindelijk op de 201. Nu kan ik een stuk gewoon doorfietsen, in ieder geval tot Hilversum. Denk ik.
Ik steek het water over bij Uithoorn/Amstelhoek en dan....schakel ik mijn ketting van de achterderailleur. Die al twee dagen niet helemaal meer o.k. schakelde, maar ja ...Muurvast, eigenwijs hè....
Het is 7 uur 's morgens en Reinier staat dus in het donker, graadje of 4, koude felle wind, in "The Middle of Nowhere" (dat ligt tussen Amstelhoek en Mijdrecht aan de Mijdrechtse zuwe) vieze handen te krijgen. Een goede fleece is onontbeerlijk om dan bij je te hebben (en dat had ik, zowaar met twee plastic hondenpoepzakjes in de zakken, ze waren wel snel gescheurd, maar mijn handen bleven zo toch een beetje schoon) een ander lichtpuntje is een fantastische vondst van Velomobiel.nl: een binnenlampje met een extra lang snoer. Je kan hem hangen waar je maar wil :). Maar eerst: alle zooi uit de Mango gepleurd, stoel naar voren en kijken wat "the damage" is.
De ketting zit vast tussen het grootste tandwiel en de framebuis. Ik moet een schroevendraaier onder de ketting steken om hem los te kunnen trekken. Ik heb al een jaar niet meer dit soort toestanden gehad onderweg (zo lang heb ik de Mango), maar ik rijdt nog steeds met mijn "allewedergereedschapskist": een slim gevuld bakje van de babi pangang.
Met dezelfde schroevendraaier kan ik er ook voor zorgen dat de ketting niet meer van de krans geschakeld kan worden. Had ik eerder moeten doen, nu moet ik maar hopen dat ik geen kettingschakels beschadigd heb.
Inpakken en wegwezen maar weer, maar niet zonder eerst een banaantje te eten, een slok drinken te nemen, plas te doen. Sta nu toch te pauzeren.

Muziekje aan...en gaan....
Gelukkig bleef ik van verder onheil verstoken, behalve één keer een foute straat in gereden in Hilversum.
Dan Baarn, Eembrugge en dan gaat het snel, net buiten Eembrugge kan ik een flink eind de polder inkijken en ik zie een schittering, ver weg op het fietspad. Móet een alleweder zijn.
De achtervolging dus ingezet, ik begin wel moe te worden, maar ik weet dat het, als ik hem eenmaal ingehaald heb, makkelijker zal worden. Dan kan je gewoon aanhaken, verstand op 0.
Na een paar minuten denk ik dat het toch een brommer geweest is, maar na even turen ontwaar ik toch echt een velomobiel....
Ik moet behoorlijk aanzetten om hem echt dichterbij te halen, ik krijg de Mango niet meer sneller dan 46 km. Ik heb alleen vlak voor Hilversum nog een twee minutenpauze gehouden, plassen en bidon bijvullen, krentebol en verder. De Alleweder is een A4 V14. Nét voor het stoplicht bij Bunschoten kunnen we elkaar aanspreken. Ik ben zijn naam alweer kwijt, maar het was een velomobilist uit Bussum. Zijn eerste oliebollentocht. Voor mij is het de tweede.
We fietsen samen vlot verder en even voor Nijkerk staan twee Questen in de berm. Er is daar nét een band verwisseld. Het is Bob Vroegh met een maat. Hij is makkelijk herkenbaar aan de "lifietscentrum-quest", die helaas een kapot neusje heeft. Bob heeft een paar weken geleden een close encounter met een meisje op een fiets gehad.
Met zijn vieren fietsen we verder en zijn we al snel in Putten. Het is even over tienen en er staan al heel wat velomobielen.

Putten
Een mooie tocht over de veluwe, met heel veel kleurtjes, fantastisch georganiseerd, en met wat welkome extra begeleiding van de snellere fietsers onder ons, kon de stoet van 80 velomobielen ook zonder problemen langs de wegen geloodst worden. Het weer werkte ook echt mee en het tempo maakte het mogelijk met deze en gene een babbeltje te maken. Het feit alleen dat het zo'n flinke stoet was maakte dat het rijden met horten en stoten ging. Continu opletten dat je voldoende afstand houd is vermoeiend en het tempo maakte de stroomlijn een nadeel.
Als je iedere keer weer moet optrekken en nooit boven de dertig rijdt en bagage (dagvoorraad eten, drinken, extra kleding, gereedschap) bij je hebt en je fiets weegt al 32 kilo van zichzelf....
Aan het eind van de tocht had ik in ieder geval al twee uur pijn aan mijn achillespezen, misschien schakel ik ook wel gewoon teveel ofzo?
Het was een mooie tocht, maar ik zag het niet meer zitten om nog terug naar Leiden te fietsen, dus ik belde mijn zus dat ik eraan kwam....

Apeldoorn
Had ik toch niet bedacht dat van Garderen naar Apeldoorn de weg omhoog loopt en omhoog loopt en omhoog.... En in het donker (weer zo'n stikdonkere weg) zie je dat dan dus echt niet.....Ben zelfs uitgetapt om te kijken of ik een lekke achterband had (met dat lampje weer;)) Maar dat bleek het dus niet te zijn. Okee, het is bijna windstil, geen platte band, het is geen Alleweder, dat sluit ook een hoop verklaringen uit...dan ben ik dus aan het klimmen.
Mijn achillespezen vonden het NIET fijn, misschien valt de klim normaal wel mee, maar dus niet na 180 km met pijn aan je pezen. Ik werd ingehaald door een mountainbiker! Vlak voor de top. Maar dat was ook weer een gelukje want de beste man kende het pad blijkbaar goed en ik kon hem bijlichten; omdat ik er toch bijna was kon ik stroom verspillen. Het fietspad slingert tussen bomen door naar beneden richting Apeldoorn. Mijn groot licht , samen 7,5 W scheen tot ver voor de mountainbiker, die daardoor ook flink door kon pezen omlaag. Hij had door mijn licht goed zicht op het pad en de bochten, en ik kon zijn achterlicht volgen. Alleen had ik dat pad nooit zo snel kunnen rijden, want dan ben je bij elke bocht als je hem ziet te laat om te sturen.
Nog een échte afdaling volgde bij Het Loo: 67 km/h naar beneden. Bleek ik achteraf beter de réchter weg te hebben genomen, maar het was wel leuk die afdaling, en ik was in Apeldoorn. Aan de verkeerde kant van Apeldoorn, dat wel.
Bij mijn zus voor de deur had ik 195 km op de teller. Moet erbij vertellen dat ik wel serieus nog even twijfelde om nog even een blokje om te doen van vijf kilometer, om op een mooi rond getal uit te komen. Maar ik vond het best zo en het was wel weer een record, al was het niet zo spectaculair als ik me, onder voorbehoud, voorgenomen had.
Had ik nog zin en puf om morgen terug te fietsen? Wind tegen? Beginnen met een klim? En mijn kinderen een halve dag niet zien, die ik sowieso maar een weekend per 14 dagen zie? Nah.
Na een paar heerlijke biertjes sliep ik fantastisch. De volgende dag bracht de trein me in vijf kwartier in Leiden. De Mango heb ik zondagavond op het dak van de auto geknoopt. Misschien fiets ik volgend jaar heen en terug, mijn afstanden worden toch steeds langer, óf misschien kom ik met de auto en fiets ik de tocht met Mango en aanhanger.

Lieveheersbeestje
De trekhaak had ik volgens Allert van Velomobiel.nl te ver naar achteren op de fiets gemonteerd. Als nadeel heeft dat dat je dan inclusief aanhanger wel erg lang wordt. Een velomobiel is sowieso al wat langer dan een doorsnee fiets. Oversteekplaatsen zijn er soms niet op berekend dat een fietser ook langer kan zijn. Ook gewone fietsen met aanhanger, of bakfietsen hebben daar dan last van. Of eigenlijk hebben vooral automobilisten daar dan last van....en voor de fietser zijn die lastiggevallen automobilisten dan weer gevaarlijk...
Dilemma: nóg meer gaten in de Mango? Liever niet! Ook al is het te repareren, je blijft het toch zien. Maar de kar dichtbij de fiets is echter inderdaad ook geen slecht plan van Allert. Na hier een paar weken op te hebben gesudderd heb ik de door mij bedachte oplossing met de ijzerzaag uitgevoerd. De dissel van de pas gekochte Burley moest eraan geloven. Nooit gedacht dat ik nog eens de voorpoot van een lieveheersbeestje af zou zagen :)
Ik had al snel gezien dat de dissel van de Burley centraal eindigt. De dissel kan daarbij ook nog bij de kar langer of korter gemaakt worden. Normaal gesproken fiets je met een lange dissel en loop je met een korte. De koppeling voor aan de haak van de fiets zit exact midden voor de kar. De trekhaak aan de fiets zit echter nooit in het midden van de fiets, want die zit naast het achterwiel, dus de kar rijdt normaal gesproken iets links ten opzichte van de trekkende fiets. Bij een gewone fiets is dat wellicht prettig als je zoveel mogelijk rechts wil houden. Samen met de toch al brede Mango zou het echter een breedte geven van zo'n 90 cm of meer: de halve breedte van de Mango + de afstand van symmetrieas van de Mango tot de trekhaak + de halve breedte van de kar = 37,5 cm + 15 cm + 40 cm = 92,5 cm.
Door van het schuine stuk van de dissel 7 à 8 cm af te zagen, en de dissel bij de aanhanger op kort te zetten (dat kan omdat mijn trekhaak te ver naar achteren zit :)) heb ik nu: een aanhanger die maar vijf centimeter achter de fiets hangt, een aanhanger die bijna recht achter de fiets hangt (het spoor van de Mango volgt) én hij kan nog alle kanten op gewoon zijn bochten maken. Het verstevigen van de body, op de plek van de bovenste bout, met een glasmatje was simpeler dan ik dacht en zo gepiept. Alleen een lastige plek om te werken, diep in de staartpunt én de Mango moest even naar binnen, want het was koud buiten.
Ik heb één proefrit gemaakt, dat ging prima, moest alleen in de bochten in het achterpad even 20 cm terug "flintstonen" om te steken. Morgen de échte test: Yntze naar zijn gastouder in Voorschoten brengen.