vrijdag 27 juni 2008

6 uursrace cycle vision




Het besluit

Vorig jaar, na cycle vision 2007, speelde ik voor het eerst met de gedachte om ook eens een race mee te rijden. Ik had met iemand staan praten die zo ook, gewoon voor de lol, mee had gedaan met races in het velodrome. Maar: al die racers rijden toch veel harder dan ik.... zou ik ze niet gewoon in de weg zitten.....?
Aan de andere kant wordt er toch ook steeds gezegd: probeer het eens. Het is leuk om eens mee te doen en er is expres geen voorselectie bij de races.
Dus...tsja.
Ik had mezelf voorgenomen vorig jaar, dat ik dan wel een beetje wilde trainen. Je wil toch niet helemaal als laatste slak aankomen. Ik had toen het idee om "iets" mee te rijden van maximaal 100 km of zo, of minder. De enige lange tocht die ik toen ooit gereden had was een paar keer van Dronten naar huis, toen ik nét alleweder reed. Verder reed ik woon-werkverkeer, 14 kilometer enkele reis, wat stelt het voor? Dan ga je niet racen over een afstand die je al ver vindt om gewoon te fietsen....Vorig jaar dacht ik dat ik na 25 km racen al helemaal gaar zou zijn.
Maar dat voorbereiden, daar kwam weinig van het afgelopen jaar. Ik reed een paar keer een lange tocht, 3 maar van boven de 170 km in meer dan een half jaar, een paar keer tachtig, zoiets, en dan woon werk verkeer.
Het liep allemaal heel raar met cycle vision dit jaar. Ons huis staat te koop, daar zijn we druk mee bezig. Ook met de aankoop en verbouwingsplannen van een ander huis. Tegelijkertijd bereid ik me voor, voor een colloquium doctum, waarvoor ik honderden pagina's in het engels moet lezen. Er hangt van af of ik in september rechten kan gaan studeren in Leiden.
Genoeg om twee dagen voor sluiting van de verlengde (!) inschrijvingstermijn er achter te komen dat ik cycle vision bijna gemist heb....
Het cycle vision-weekend héb ik vrij, althans op zondag, op zaterdag moet ik werken. Dús...maar wat is er te doen op die zondag aan races? Op de buitenbaan dan, want met de mango is er binnen in ieder geval niets te doen...
Okee dan. Ze hebben voor dit jaar een race van 6 uur bedacht voor de zondag. "Szjezum, ben ik mooi klaar mee", is mijn eerste gedachte, maar het idee blijft toch even sudderen. Ik begin met uit te zoeken wat mensen in het verleden aan afstanden hebben afgelegd in de 6 uurs. Ik zie bij de langzameren 180 kilometers en dat soort getallen staan. Als ik dat rijdt met de Mango ben ik zeker de langzaamste velomobiel, maar als een ongestroomlijnde fiets met die snelheid Ymte en Hans niet voor de voeten rijdt (dát zou ik dus niet willen), dan mag ík ook zo langzaam rijden. Ik begin het idee steeds leuker te vinden om het tóch te proberen. Eigenlijk wil ik gewoon weten wat ik kan: kán ik zes uur lang redelijk tempo blijven rijden? Kan ik überhaupt zes uur blijven rijden? Wat is vermoeiender: vier uur non stop nagenoeg constante snelheid rijden, of vier uur in het verkeer, stoplichten, kruisingen, pontjes, ander verkeer, optrekken, rijden , stilstaan? Geeft dat rust aan de benen? Of is het zwaarder? Zal ik in een race harder rijden dan mijn gemiddelde op de weg? Of lukt het me gewoon helemaal niet? En hoe snel ben ik in vergelijking met andere rijders?

De voorbereiding

In ieder geval: een collega overtuigt me uiteindelijk dat ik het moet doen. Ik kan mijn late dienst van zaterdag ruilen voor een vroege, zodat ik op tijd richting Aalsmeer kan vertrekken om bij mijn zwager lang genoeg te slapen voor de race. Ik spreek met mezelf af dat niets hoeft. Ik zal de enige niet zijn die eerder opgeeft, voordat de 6 uur voorbij zijn, blijkt uit de statistieken. Dat zijn vast niet allemaal onherstelbaar beschadigde fietsen geweest die ervoor zorgden dat sommigen het al snel opgaven...Ik spreek ook af dat ik al heel tevreden ben als ik 200 km fiets, dat zou al meer zijn dan mijn langste dagafstand tot nu toe. Én ik moet 's middags ook nog naar huis, dus minder vind ik ook goed!
Zo gezegd, zo gedaan: ik schrijf me in, maak €15,- over, regel mijn slaapplaats in Aalsmeer, al moet ik dan verplicht voetbal kijken (Nederland verliest na een veelbelovende start in het EK in de kwartfinale van het door Hiddink gecoachte Rusland, het kan me niet zo boeien, Nederland speelt slecht, ze hebben het verdiend en ik heb 's nachts geen last van toeterende auto's en dat soort ellende) en ik tref nog wat "voorbereidingen". Ik verwijder de trekhaak van de fiets, waarmee ik sinds januari geregeld de burley trek, misschien is dat overigens wel een van de redenen waardoor ik straks in de race sterker blijk te zijn geworden dan ik aanvankelijk dacht...
Ik haal één van de twee spiegeltjes van de Mango, de accu uiteraard eruit. Ik kijk eens goed naar de banden. Linksvoor is half kaal. Ik heb nog één reserve. Maar achter....slik...er schijnt iets bleeks door het zwart van de brede moiree. Gaat al 10.000 kilometer mee, als die het maar houdt...maar ja , op hoop van zegen. Ik wil achter geen smalle band, ik ken het parcours niet, weet niet hoe het wegdek ligt, en ik ben érg blij dat ik na de Flevo Alleweder met de Mango nog nooit een glijdend achterwiel heb gehad. Ik heb daar geen goeie ervaringen mee namelijk. Dus achter blijft een brede band in mijn eerste race, dan maar kaal. Er zal toch weinig glas liggen op zo'n wielercircuit mag ik hopen.
Ik koop camelbaks, twijfel lang, één of twee? Die dingen zijn eigenlijk te duur voor wat het voorstelt, maar goed. Zelf iets fabriceren om zonder te stoppen door te kunnen drinken? Uiteindelijk geeft de doorslag, dat als je zelf iets in elkaar zet, dat je er dan waarschijnlijk niet aan ontkomt om steeds opnieuw je hele slangetje te moeten leegzuigen voordat je kan drinken. Ik kan mijn zuurstof wel beter gebruiken denk ik. Twee keer 3 liter camelbak wordt het dus.
Stukje duktape op mijn rechter koplamp, want daar ontbreekt het glaasje en het is nu dus een klein parachuutje. Mijn zwager Ayold heeft thuis een pomp met barometer, dat komt ook goed uit. Ik blijk al een tijdje op 3,5 bar te rijden. Ik vind het een positieve verrassing, want langzaam rijd ik doorgaans niet met die zachte bandjes...

De race

Het is zondagochtend. Helemaal lekker geslapen heb ik niet. Het was toch een kort nachtje na dat voetbal en ik ben van de spanning ruim voor de wekker wakker. Zo vroeg dat ik, tegen wekkertijd, mijn ogen nauwelijks open weet te houden. Maar een korte douche helpt. Ik ontbijt vlug en fiets naar Sloten. De eerste dertien kilometer van de dag zitten erop. En nu nog iemand vinden die me kan inschrijven en van een transponder voorzien. Ik had daarvoor wel al gemaild, omdat ik voorzag dat er maar weinig mensen zoals ik pas op zondag zouden komen aankakken, maar het moest geen probleem zijn. Ik ben even over zevenen in Sloten bij de wielerbaan. Een paar minuten voor de wedstrijd heb ik eindelijk een transponder en een nummer om op de fiets te plakken. Ik werd toch wel even zenuwachtig zeg, straks zegt er iemand "start" en gaat het allemaal toch niet door!! Maar ik kan op tijd aansluiten achter de horde bij de finishlijn. En zo wil ik het ook. Achteraan beginnen en dan wel zien...
Ik weet van mezelf dat als ik "koud" hard wegfiets, dat ik dan in dertig kilometer al kramp kan krijgen en dan is het over. Wil ik dat voorkomen, moet ik mijn spieren eerst rustig opwarmen is mijn ervaring. Ik ben daar wat gespannen over. Bij een lange dagtocht kan je heel rustig aan beginnen, met eerst een uurtje fietsen zonder echt aan te zetten. Dan ben je lekker warm en kan je verder doorgaan, maar ja...dit is wél een race. Het zal een middenweg moeten worden tussen mijn eigen strategie om héél langzaam te beginnen en wat de rest doet. Misschien beginnen die ook wel heel rustig...
Nou....niet dus! Na het startsignaal klimt iedereen eerst het bruggetje op. Dat is even dringen geblazen. Daarna gaat het brug af en maakt iedereen direct tempo. Ik wíl eigenlijk helemaal niet zó hard starten. We moeten nog 6 uur! Maar ik realiseer me ook dat als ik zo traag start als ik in mijn hoofd had, dat ik dan daarna héél veel zal moeten inhalen om dat weer goed te maken, en als dit het tempo blijft, gaat me dat niet lukken, want we rijden achterin direct weg met de snelheid die ik voor de hele race in gedachten had. Dus ik blijf er toch maar bij, op hoop van zegen dat het feestje niet te snel door kramp verpest wordt. En mijn benen voelen goed. Ik zet gewoon de gedachte aan kramp aan de kant en ga rijden in een tempo dat ik prettig vind. Dat is zelfs iets sneller dan het achtergroepje waar ik in rijdt. Een stuk sneller dan ik me voorgenomen had, maar ik vind snel een ritme. Ik probeer een paar keer om mijn snelheid te laten zakken naar mijn voorgenomen snelheid, maar dat voelt gewoon niet goed. Te langzaam en daardoor dodelijk vermoeiend op een of andere manier. Ik vergeet het allemaal en ga maar gewoon rijden onder het mom van "we zien wel waar het schip strandt". Voordat ik het doorheb zijn er twee uur voorbij. In die tijd heb ik even behoorlijk hard gereden en mezelf wél echt moeten terugfluiten. Ik zie later in de fietscomputer een top van 48 staan en dat is inderdaad rijkelijk veel als je met een Mango 6 uur wil blijven fietsen. Voor mij in ieder geval wel.
200 kilometer in 6 uur is 33, 3. Ik rijdt nu al uren met een kruissnelheid van 38 á 39. Bovenop het bruggetje valt de snelheid steeds even flink terug, maar het gemiddelde ligt veel hoger dan mijn planning. Benieuwd hoe lang dat goed gaat, twijfels in mijn hoofd, maar vertragen is ook weer niet nodig zeggen mijn benen. Wel af en toe een banaan eten zeggen ze. Na een paar flinke slokken veel te zoet en zout drinken en een banaan voel je direct dat je weer "kan". Dan gaat meteen de snelheid weer even omhoog naar boven de veertig, eenenveertig.
Er zitten een paar ijkpunten in het veld. Rijders waar ik me op focus om op te jagen. Ik neem me voor dat zolang ik hen maar dichterbij blijf brengen dat het dan helemaal top gaat. Er is zo een gele mango, twee Alleweders en een WAW, en twee, heel verwarrend, gele Milan-velomobielen. Ik heb pas laat door dat het er twee zijn en dat is irritant omdat de éne langzamer is dan ik, en de ander sneller. Heb ik er net een ingehaald, komt ie me keihard voorbij sjezen. En dat een paar keer. Ik begin me af te vragen waarom die gast zo onregelmatig rijdt. Kan toch nooit gunstig zijn? Maar ik laat vergis me dus ook een paar keer en probeer bij de snellere aan te klampen. Dat gaat wel heel eventjes goed, maar ik moet hem toch al snel laten gaan, maar waarom reed "die" dan net zo langzaam?
Ook is er een ongestroomlijnde tweewieler, die te snel is voor het ene treintje en te langzaam voor het andere. Deze fietser hangt rondes lang achter mijn Mango, die klaarblijkelijk genoeg zog voor hem produceert om iets aan te hebben, maar hij moet me ook een paar keer laten gaan. Jammer voor je, maar mijn benen willen weer, dus ik ben weg, doeg.....
Na vier uur begin ik te merken dat het zwaarder gaat. Ik fiets niet langzamer, maar de tijd gaat langzamer. Ik begin me nu af te vragen hoe lang ik het nog kan uitstellen om te stoppen voor een plaspauze, én of ik, als ik gestopt ben, nog wel weer op gang kan komen. Ook ga ik gerommel in mijn kuiten voelen: oppassen...Het betekent dat ik geen "gekke dingen" meer kan doen: tempo doorrijden kan, hard aanzetten betekent einde van de race, zo'n gerommel, nét tegen de kramp aan. Snel weer een banaan, flink blijven drinken. Het helpt wel een beetje. Op viereneenhalf uur stop ik. Ik kan nog wel langer doorfietsen, maar ik voel dat ik binnen de zes uur toch echt een keer moet plassen en dan beter maar nu. Ik stop expres op het lange rechte stuk, daar kan ik, langs de rand, veilig voor iedereen in het zicht, langzaam accelereren zonder kramp te forceren. Wegsprinten vanuit stilstand is er echt niet meer bij, weet ik. Stoppen vlak voor het bruggetje en dan vanuit stilstand het hellinkje weer op moeten lijkt me om dezelfde reden onverstandig.
Na mijn stop hoor ik bij de finish al na twee ronden dat "Reinier van Rij aan een comeback bezig is". Dát is een leuke opsteker! Ik heb dan ook al snel een aantal van mijn "ijkpunten", die me bij mijn sanitaire stop voorbijkwamen, weer terug ingehaald.
Maar het laatste uur...duurt uren, de laatste minuten gaan nooit voorbij. Het is warm geworden en het gaat waaien. Ik duw geregeld het dekje omlaag om een luchtstroom in mijn gezicht te krijgen. Ik fiets nog steeds even hard, maar dat brengt me niet meer in juichstemming. Het enige wat ik nog weet is dat ik wil stoppen. Ik wil dat die zes uur voorbij zijn. Ik kijk continu op mijn computer, 5 uur 45 min. Hoe lang ben ik gestopt? Toen heeft-ie niet doorgeteld! Was het vijf minuten? Dan nog tien te rijden, zeven? nee, niet zo lang, eerder korter. Ik heb geen idee. Of gewoon stoppen, dat kan ook, ik ben al ver zat!
Nee, dat is, hoewel heel verleidelijk, bullshit, kom op! De mensen bij de finish klappen elke ronde weer en worden nu echt belangrijk. Nog een paar grote slokken, doorgaan, niemand voor me, niks te jagen. Hoe kom ik nog vooruit? Maar toch blijf ik draaien, tot er ineens een bord staat: nog één ronde. Iemand, waarschijnlijk Hans en Ymte allebei, is door de finish. Zelfs tijdens die laatste ronde denk ik aan stoppen, maar ik rijd door en dan is daar eindelijk de finish, eindelijk dat het "mag": opgeven. Ik rijdt door het geklap heen nog één keer de brug op en geniet dan van een heel langzame tweeënhalve kilometer. Deksel eraf, armen uit de kuip. Wow, ik tril!. Vlak voor me rijdt de houten velomobiel van de engelsman met de toepasselijke naam Friend Wood. Vorig jaar is hij in de drie-uurs race gestrand met pech. Ook hij was een van mijn ijkpunten. We maken even een rustig praatje en komen zo op adem en weer bij de finish aan. Op mijn teller staan 227 kilometers.
Heftig...zelf gedaan...in 6 uur!

Nog niet klaar

Na een uurtje bijkomen werd het tijd me weer met mijn gezin bezig te gaan houden. Mijn vrouw moest wel werken vandaag, een late dienst, dus mijn zoontje Yntze zit in Voorschoten bij de oppas. Ik wil het liefst dat hij gewoon in zijn eigen bed kan slapen en niet laat gewekt hoeft te worden om dan weer in zijn eigen bed verder te slapen. Dus ik wil voor half zeven met de burley in Voorschoten zijn. Op zich valt het tochtje naar Leiden me nog mee, ook al heb ik fors wind tegen, het hoeft niet meer hard. Ik kom er wel. Wat wel irritant is, is dat er overal aan de weg gewerkt schijnt te worden, in combinatie met de forse tegenwind geeft dat veel scherp zand in mijn gezicht. Ondanks de warmte doe ik daarom toch maar weer het schuimdeksel op de Mango, wat een beetje helpt. Tussen Nieuwe Wetering en Oude Ade rijdt ik nog met 43 km een wielrenner voorbij. Puur omdat ik dat ook eens gedaan wil hebben met meer dan 250 kilometer in de benen.
Thuis gekomen lukt het me inderdaad om op tijd de trekhaak weer aan de mango te hebben. Met de lege kar tegen de wind in verder gefietst, gaat nog met 20, soms 15 km/uur. Met volle kar terug uit Voorschoten rijdt ik toch weer 30. En thuis baal ik. Een beetje wel. Op de teller staat 283 km. Met de 13 van vóór de race erbij heb ik vandaag 296 kilometer gereden, de laatste 17 met kar. Ik kan nog makkelijk 4 km fietsen. Maar ik ben thuis en het is kinderbedtijd voor Yntze, die al in de kar in slaap is gevallen. Het houdt hier echt op, helaas. Maar ik weet dat ik 300 kilometer kan fietsen. Ik leg Yntze in bed, bestel chinees en pak een biertje. Ik heb trek. Mijn tenen slapen. Spierpijn in mijn billen. Een heel voldaan gevoel.






Leiden-Silvolde (173 km) met Hemelvaart

Afgelopen Hemelvaart dan eindelijk naar Silvolde gefietst. Aanvankelijk had ik dat plan vorig jaar al, om met ons jaarlijks familiekampeerweekend de reis eens per fiets te maken, maar vorig jaar ging dat niet door. Had iets te maken met behoorlijk zwanger zijn van mijn vrouw.
Deze keer ging het wel door.
Om 6 uur 's ochtends vertrok ik op een voor mij inmiddels bekende route, de weg naar Wijk bij Duurstede had ik al een paar keer gefietst i.v.m. lessen Nederlandse gebarentaal die ik voor mijn werk gevolgd heb in Leersum. Ik had toen al een aantal opties geprobeerd, zo langs het Amsterdam-Rijnkanaal, die níet waren bevallen, of in ieder geval niet ideaal waren i.v.m. de staat van het wegdek etc.
Gemiste kans, het kanaal, op één oever voorzien van een smalle asfalt strook zou een zeer ideale fietssnelweg kunnen zijn. Mijn ervaringen van fietsen naar Meppel (waar ik mezelf leerde dat je ook, of juist, ná 3 uur fietsen nog een uur lang met kruissnelheid boven de veertig kan rijden) en de afgelopen oliebollentocht 2007 (waarbij ik op een dag in de winter, inclusief tocht 195 kilometer reed, waarvan een groot deel in "andermans tempo") hadden mij overtuigd dat ik deze rit naar Silvolde in staat moest zijn om stevig door te rijden. Ik nam me voor zo weinig mogelijk te stoppen onderweg. Het was nu geen winter, ook niet heet, beetje zijwind. Ideaal velomobielweer, maar wel vochtig. Ik vertrek daarom met het dak op de fiets, en niet voor niets. Voor Wijk bij Duurstede kom ik inderdaad wat buien tegen. Maar ik zie al vóór ik daar aankom wat gaten in de bewolking. Ik rijdt het hele stuk in een ruk door tot aan de pont. Helaas moet je daar even stoppen....Aan de overkant kom ik op nieuw terrein, maar, geholpen door mijn routebeschrijving rijdt ik geen een keer fout. Voor vorig jaar had ik de route goed bestudeerd met Google earth , kaarten, en het zo opgeschreven dat ik met minimale tekst er toch zou komen. En dat werkt goed. Als je weet wat er komt, kan je aardig doorfietsen. De door mij geplande weg langs de Linge begint, eenmaal daar aangekomen, weinig belovend op een weliswaar asfalt weg, maar dermate bezaaid met hard geworden kleiklonters afkomstig van trekkerbanden, dat de maximale snelheid die nog acceptabel is, echt niet boven de 25 km/uur uitkomt, maar even later is de weg schoon. En leeg. Dus er kan weer vaart gemaakt worden. Het is een leuk stukje Nederland daar, er staan veel fruitbomen in bloei onderweg en het zonnetje begint nu af en toe echt door te breken. Ik moet nog een keer stoppen halverwege de Betuwe om mijn bidon weer even bij te vullen vanuit de petflessen, en om even wat te eten en ik trap weer lekker door tot het volgende veer bij Huissen. Huissen is nog wel even een obstakel Ik rijdt weer niet fout, maar het is langer dan ik denk, dus het duurt ook langer dan ik verwacht , voordat ik rechtsaf kan richting het Looveer, maar het gaat goed.
Bij de pont maak ik even een praatje met twee mensen met randonneursfietsen. Ze hebben redelijk wat bagage bij zich en maken ook een wat langer tochtje. Ze zijn wel verbaasd te horen dat ik die ochtend om 6 uur uit Leiden vertrokken ben. Dan ga je wel hard met dat ding, is de boodschap. Aan de overkant van het water ben ik natuurlijk niet te beroerd om dat even te demonstreren. Het wachten op het pontje, op de kade, en het wachten op het pontje, op het pontje zelf, hebben wel weer genoeg getalm opgeleverd. Ik rijdt van dek en sprint er meteen fors vandoor, de weg maakt een flinke krul naar boven, naar de dijk. op de dijk kijk ik even terug. Het stel is nog vlak bij het pontje, een paar honderd meter terug. Ik moet nog zo'n 40 km. Iets meer dan een uur dus, en mijn benen voelen nog prima en mijn routebeschrijving blijft ook steeds net genoeg informatie geven. Er komt nog één verrassing, die ik me niet zo gerealiseerd had: ik moet een heuvel over. Het is eventjes doorbijten, maar als je de juiste versnelling kiest en niet op je snelheid let, maar op het aanhouden van dezelfde spierspanning als gedurende de rest van de rit, kom je vanzelf boven. Zo simpel is dat.
Na de afdaling volgt Etten Terborg, en dan ben je d'r eigenlijk al. Ik kan een sprintje inzetten, en om een paar minuten over één rijdt ik het campingterrein op. Mijn vrouw is er, met de auto en de kinderen, al.
Shit, ik had eerder willen zijn. Maar... de aanhanger is net los van de auto, er is nog niets uitgepakt. Ze zijn er 5 minuten.
Ik kan even lekker douchen en dan de tent gaan opzetten. Het verbaast iedereen dat ik daar dan nog fut voor heb. Twee jaar geleden zou het me ook verbaasd hebben misschien.
De tocht ging makkelijk, het smaakt nu echt naar meer. Ik krijg steeds meer zin om mijn idee eens uit te voeren om in een week een rondje Nederland te doen:
Leiden-Maastricht(ouders)
Dagje rust
Maastricht-Apeldoorn (zus)
Dagje rust
Apeldoorn-Groningen (oom)
Dagje rust
Groningen-Leiden over de afsluitdijk.
Heb ik alleen zeeland gemist. Héb ik ook nog familie, maar dan denk ik niet dat een week gaat lukken...

donderdag 10 april 2008

Wat ze zeggen: zichtbaarheid

Een veel gehoord vooroordeel over ligfietsen is dat "je ze toch niet ziet" waarmee dan bedoeld wordt dat degene die dat zegt doorgaans niet zo goed oplet in het verkeer.
Zelfs als je in een felgekleurde velomobiel rijdt zijn er nóg mensen die vragen: maar ben je dan niet bang dat "ze" je dan niet zien. Of die beweren dat "die dingen levensgevaarlijk zijn, want je ziet ze niet".
Dan is het, nadat je dergelijke opmerkingen tot in den treure gehoord hebt (je kan mensen hun zinnen gewoon afmaken, nog voordat ze halverwege zijn zeg maar), een verademing als je het volgende meemaakt, een gevoel van "eindelijk gerechtigheid zeg maar: Je bent in de witte Mango, met daarachter de rood met zwarte lieveheersbeestjesburley, onderweg naar je pas gekochte huis. Naast je fietst, op een gewone fiets helaas, je vrouw. We hebben een afspraak gemaakt om in het huis enige maten op te nemen i.v.m. verbouwingsplannen e.d.
4 augustus krijgen we de sleutel, maar er moet toch het e.e.a. in gang gezet worden aan aannemers keukenlui ed. Onze makelaar is ook onderweg naar het huis. We rijden bijna tegelijk de wijk in.
Bij het huis aangekomen zegt ze (onze makelaar) : wat mooi, en dat die fietskar er ook nog zo achter kan. Je hebt zeker wel heel wat bekijks zo, he? Zegt Nandl, mijn vrouw: ja iederéén kijkt, als ik er achteraan rijdt kan ík alles horen wat iedereen erover zegt.
De makelaar: Ja, het is héél opvallend, want ik heb joú helemaal niet zien fietsen.
Nandl: nou ik reed er vlák achter hoor!

needn't say no more', denk ik dan....

dinsdag 19 februari 2008

Typisch iets voor mannen?

Vanmorgen zonder aanhanger naar mijn werk gereden... Ik had er echt zin in, want na drie dagen met aanhanger wilde ik nu wel weer een keer in een lekker tempootje door kunnen fietsen. Nog in Leiden, als ik net van de Hoge Rijndijk rechtsaf het fietspad langs de Kanaalweg op ben gereden, zie ik in mijn spiegels een wit lampje, dat ondanks mijn snelheid van stevig over de veertig niet of nauwelijks verder weg lijkt te gaan, dus ik zet nog even extra aan, het zal een scootertje wezen, ik wil er vanaf zijn. Het lampje wordt, heel erg langzaam, iets kleiner. Toch twijfel ik. Scootertjes hebben vaak iets geler licht, en vooral een grotere spiegel in hun lamp: meer oppervlak licht. Volgens het lampje moet het dus een fiets zijn....Ik hoor ook in de verste verte geen motortje ofzo. Maar, wat voor fiets....is er nou zó snel? Het moet wel een héél sterke fietser wezen....óf toch een scootertje, met een tijdelijk ander lampje, besluit ik.
Bij het fietsersstoplicht, bij de brug waar ik altijd oversteek om het water verder aan de andere kant te volgen tot Leidschendam, komt de oplossing van dit vreselijk moeilijke raadsel naast me staan. Eigenlijk is het heel logisch: het is "gewoon" ....een velomobiel. Natuurlijk...
Geen seconde aan die mogelijkheid gedacht! Een rode Mango.
We zeggen "hoi" en het wordt groen.
Omdat "hij" links van me stond rijdt hij voor me uit en hij slaat rechtsaf aan de overkant van de brug. Moet ik ook heen. Met een prettig tempo van vrij constant 37 rijdt ik achter hem aan naar Leidschendam, ik geef even een seintje van "doeg" met mijn licht, voordat ik bij "de Knip" weer de brug over ga, maar hij neemt óók die brug. Het geeft ons een paar honderd meter voor een praatje.
Ik ga naast hem fietsen, spreek hem aan: hoi, aardig eindje dezelfde route...leuk.... Hij: hoi, waar ga je naartoe? Leidschendam, ik ben er al bijna. O, dus je gaat zo linksaf? Ja klopt, jij rechts? Ja...wat heb je nou voor haak aan je zijkant zitten? O, voor een aanhanger, een kinderkar.
En hoe gaat dat? O prima, maar het trapt zwaar als een opafiets, ik haal met moeite nog de dertig!. O, nou... dan fiets het toch nog wel lichter dan een opafiets... Ik denk: is dat zo? Maar ik zeg: ik moet hier na het tunneltje linksaf, dus ....doeg en ik ga voor hem rijden. Het fietstunneltje eindigt direct op een T-splitsinkje van fietspaden (met stom genoeg maar één spiegel, en zelfs die is nu weg geloof ik) We kunnen niet meer naast elkaar blijven rijden. We roepen nog een keer van doeg en gaan verder onze eigen weg.
En nou weet ik dus niet wie het was en waar hij vandaan kwam en naar op weg was, of hij dat vaker doet op die route en op dat tijdstip. En nu heb ik allemaal vragen in mijn hoofd. Ten eerste natuurlijk: wie was het? En dan: waarom heb ik dat niet even gevraagd? Was daar een goede ruimte/ gelegenheid /tijd voor? Is dat typisch iets voor mannen? Om in officieuze situaties pas nadat je elkaar een paar keer gesproken heb te vragen naar een naam, en zelf dan soms nog niet? Of hoort bij jezelf wederzijds voorstellen zo erg dat je elkaar een hand geeft, dat je je in een rijdende velomobiel niet aan elkaar kán voorstellen? Nee, dat is onzin.
Het voelt niet als een fietsend praatje: "Hallo, ik ben Reinier, leuk om kennis te maken. Fiets je vaker hier? En wie ben je? (ben ik benieuwd naar) Okee, ja , weleens voorbij zien komen op de lijst die naam, kan dat?" Je moet misschien stoppen voor zoiets, of in ieder geval meer dan een paar honderd meter hebben. En als je dan rijdend naar je werk toch niet écht even de tijd hebt voor een goede kennismaking, dan maar helemaal niet ofzo. Het leek me in ieder geval iets dat vrouwen vast anders doen. Kan ik ook mis hebben.

vrijdag 15 februari 2008

Een mooi gezicht

Het is een prachtig gezicht, de rood met zwarte stippen achter de witte mango.
Het ritje naar Voorschoten met Yntze, en daarna met lege kar naar mijn werk, verliep prima. Het is wél duidelijk dat de kar behoorlijk als parachute fungeert. Ik reed met een kruissnelheid van 26 - 27 km/uur, met een top van 30. Scheelt 10 km. met fietsen met Yntze in de draagzak, maarja, daarvoor werd-ie alweer te groot. Ik heb duidelijk meer tijd nodig, maar het is goed voor de spieren.
We hadden hem voor het ritje goed ingepakt, het vroor twee graden, en hij zit niet meer tegen mijn warmte aan, nog wel uit de wind, maar wel stil. Híj wordt niet warm van het fietsen! In de maxicosi, winterjas aan, muts op, capuchon van zijn trui erover, capuchon van zijn jas erover, schoentjes aan, handjes in zijn mouwen, dekentje om zijn benen.
In Voorschoten aangekomen had hij wat koude handjes, maar dat was het. Verder was hij lekker warm gebleven.
Bij Leidschendam zie ik in de spiegeling van plantenkassen dat vanaf de zijkant het achterlicht van de Mango zichtbaar is, dat van de kar niet. Dat kan voor automobilisten de indruk wekken dat het daar ophoudt
Dat zal met een gewone fiets ook zo zijn, maar ik moet de zichtbaarheid van opzij in het donker toch nog eens goed bekijken....waarschijnlijk valt het mee, de kar heeft reflectie in de stof en reflectoren tussen de spaken. Maar als er geen licht op schijnt zie je dus de kar slecht van opzij.

gaatjes in de Mango, oliebollen, achillespezen en een lieveheersbeestje met twee vlaggen

Al weer een tijdje terug dat ik iets schreef hierzo, maar nu weer een avondje de tijd...

Nog even sleutelen
De twee nieuwe banden kwamen mooi op tijd voor de oliebollentocht, samen met de trekhaak.
Banden wisselen hebben we vaker gedaan. Een trekhaak aan een velomobiel monteren niet. Volgens Ymte moet de trekhaak aan de onderkant van de Mango, bij het achterwiel aan de flens van de carosserie vastgemaakt worden. Een derde gat moet geboord worden in de verstevigingsrib (extra glasmatje) die bij het achterwiel zit. Bij mijn Mango is er echter geen mogelijkheid waarop de drie gaten én in de flens én in de rib komen te zitten. De rib zit aan de linkerkant van mijn Mango ook iets hoger dan rechts.
Ik boor toch drie gaten, in ieder geval in de flens, waar die het dikst is, dan zit dat in ieder geval stevig. Het derde gat dus op een dunne plek in de body...
Nadat de haak op de fiets zit met boutjes en moertjes, zit er daardoor toch nog wat beweging in. Als ik er dwars op de fiets aan trek, "plopt" de body. Niet goed dus ... ;( Maar met een extra glasmatje moet dat goedkomen. Ik besluit het vooralsnog onveranderd te laten, met de oliebollentocht kan ik het even laten zien aan Ymte of Allert.

en dán.....naar de Oliebollen!
Met een zuiniger lampje en een redelijk volgepakte Mango, vertrek ik de 28e december om 6 uur 's ochtends vol goede moed richting Putten. Het gaat een lange dag worden, met misschien wel 240 km fietsen voor de boeg. Omdat het winter is, en omdat mijn langste dagafstand 185 km is, bij lekker weer en voornamelijk platte polder, houd ik als slag om de arm dat ik na de oliebollentocht in Apeldoorn bij mijn zus kan overnachten. Nadeel daarvan is dat ik dan de dag daarna nog zo'n 120 km terug moet fietsen naar Leiden,of mijn Mango later moet ophalen.... ik zie wel....
Het moeilijkste van een lange tocht rijden, als je gemiddelde dagafstand ophoudt bij 2 keer 14 km woon-werkverkeer is om het in het begin rustig aan te doen. Naar mijn werk fiets ik direct thuis weg met 37 km/h over de Leidse singels, van de watertoren bij Leiderdorp gaat het dan met 40, 42 langs de vliet tot de spoorbrug, daarna nog wat kronkeltjes bij de vlietlanden en dan fiets ik het langste rechte stuk vaak met steeds oplopende snelheid tot 45, soms richting 50. Ik heb meestal de wind schuin tegen op dat stuk. In 23 a 25 min. ben ik dan bezweet op mijn werk.

De 28e december reed ik dus niet zo weg, maar mak aan. Ik heb wind schuin in de rug, dus mak aan houdt in: een half uurtje 30 km/h en dan verder met een gangetje of 35.
Ik heb nog geen GPS en omdat het pas tegen Hilversum licht begint te worden kies ik een route waarop ik de kaart niet nodig denk te hebben. Simpelste is om de ringvaart Haarlemmermeer te volgen tot Aalsmeer, dan rechtsaf, de N201 volgen tot Hilversum. Klinkt simpel he. Maar in Aalsmeer en vlak erna moet je soms als fietser een woonwijk in om de 201 te kunnen volgen en daar heb ik geen zin in. Ik besluit dus om bij Leimuiden door te steken naar Kudelstaart, dan via De Kwakel naar Uithoorn/ 201. En dat is geen goede beslissing.
De weg van Leimuiden naar Kudelstaart blijkt onverlicht en aardedonker. Ik neem eerst de rijbaan, maar zo in het donker, voel ik me op een gegeven moment toch niet veilig, omdat sommige automobilisten vinden dat ik geen ruimte in mag nemen. Ook wordt ik door enkelen via mijn spiegels verblind, omdat die het nodig vinden hun groot licht aan te doen om het bijzonders op de weg eens uitgebreid te kunnen bekijken. Ik kan echter niet zomaar het fietspad op, want om achterop komend snel verkeer meer tijd te geven om op mijn aanwezigheid te reageren, rijdt ik even 42. En, niet onbelangrijk, het fietspad ligt twee meter lager. Als ik uiteindelijk toch op het fietspad rijdt heb ik daar snel al spijt van. Er zitten allerlei onverwachte ups en downs in het pad en bochtjes. Leuk voor de zondagmiddagfietser. Niet als je vlot wil reizen in het donker. Om op het pad te kunnen blijven moet ik langzamer dan 25 km/h. gaan rijden én mijn 5W lamp aandoen : {
Daarna volgt langs Kudelstaart een paar kilometer stoeptegels en wegverbouwingen. Voorbij Kudelstaart ga ik rechtsaf de N231 op richting Uithoorn. Al snel kom je dan, rijdend op het fietspad links van de weg een ANWB-bordje tegen: "fietsers naar de Kwakel en Uithoorn linksaf een paadje in" Dan weet je dat je goed zit zeg maar. Het pad dumpt je in een woonwijk in de Kwakel en verder mag je het dan ook zelf uitzoeken, geen bordje Uithoorn te vinden. In Google maps kan je het pad niet zien, alleen als je de sateliet aanzet, zo'n paadje dus. En de ANWB bordjes blijken weer alleen bedoeld voor mensen die de weg al kennen.
Na veel, veel te vermoeiend, gezigzag ben ik uiteindelijk op de 201. Nu kan ik een stuk gewoon doorfietsen, in ieder geval tot Hilversum. Denk ik.
Ik steek het water over bij Uithoorn/Amstelhoek en dan....schakel ik mijn ketting van de achterderailleur. Die al twee dagen niet helemaal meer o.k. schakelde, maar ja ...Muurvast, eigenwijs hè....
Het is 7 uur 's morgens en Reinier staat dus in het donker, graadje of 4, koude felle wind, in "The Middle of Nowhere" (dat ligt tussen Amstelhoek en Mijdrecht aan de Mijdrechtse zuwe) vieze handen te krijgen. Een goede fleece is onontbeerlijk om dan bij je te hebben (en dat had ik, zowaar met twee plastic hondenpoepzakjes in de zakken, ze waren wel snel gescheurd, maar mijn handen bleven zo toch een beetje schoon) een ander lichtpuntje is een fantastische vondst van Velomobiel.nl: een binnenlampje met een extra lang snoer. Je kan hem hangen waar je maar wil :). Maar eerst: alle zooi uit de Mango gepleurd, stoel naar voren en kijken wat "the damage" is.
De ketting zit vast tussen het grootste tandwiel en de framebuis. Ik moet een schroevendraaier onder de ketting steken om hem los te kunnen trekken. Ik heb al een jaar niet meer dit soort toestanden gehad onderweg (zo lang heb ik de Mango), maar ik rijdt nog steeds met mijn "allewedergereedschapskist": een slim gevuld bakje van de babi pangang.
Met dezelfde schroevendraaier kan ik er ook voor zorgen dat de ketting niet meer van de krans geschakeld kan worden. Had ik eerder moeten doen, nu moet ik maar hopen dat ik geen kettingschakels beschadigd heb.
Inpakken en wegwezen maar weer, maar niet zonder eerst een banaantje te eten, een slok drinken te nemen, plas te doen. Sta nu toch te pauzeren.

Muziekje aan...en gaan....
Gelukkig bleef ik van verder onheil verstoken, behalve één keer een foute straat in gereden in Hilversum.
Dan Baarn, Eembrugge en dan gaat het snel, net buiten Eembrugge kan ik een flink eind de polder inkijken en ik zie een schittering, ver weg op het fietspad. Móet een alleweder zijn.
De achtervolging dus ingezet, ik begin wel moe te worden, maar ik weet dat het, als ik hem eenmaal ingehaald heb, makkelijker zal worden. Dan kan je gewoon aanhaken, verstand op 0.
Na een paar minuten denk ik dat het toch een brommer geweest is, maar na even turen ontwaar ik toch echt een velomobiel....
Ik moet behoorlijk aanzetten om hem echt dichterbij te halen, ik krijg de Mango niet meer sneller dan 46 km. Ik heb alleen vlak voor Hilversum nog een twee minutenpauze gehouden, plassen en bidon bijvullen, krentebol en verder. De Alleweder is een A4 V14. Nét voor het stoplicht bij Bunschoten kunnen we elkaar aanspreken. Ik ben zijn naam alweer kwijt, maar het was een velomobilist uit Bussum. Zijn eerste oliebollentocht. Voor mij is het de tweede.
We fietsen samen vlot verder en even voor Nijkerk staan twee Questen in de berm. Er is daar nét een band verwisseld. Het is Bob Vroegh met een maat. Hij is makkelijk herkenbaar aan de "lifietscentrum-quest", die helaas een kapot neusje heeft. Bob heeft een paar weken geleden een close encounter met een meisje op een fiets gehad.
Met zijn vieren fietsen we verder en zijn we al snel in Putten. Het is even over tienen en er staan al heel wat velomobielen.

Putten
Een mooie tocht over de veluwe, met heel veel kleurtjes, fantastisch georganiseerd, en met wat welkome extra begeleiding van de snellere fietsers onder ons, kon de stoet van 80 velomobielen ook zonder problemen langs de wegen geloodst worden. Het weer werkte ook echt mee en het tempo maakte het mogelijk met deze en gene een babbeltje te maken. Het feit alleen dat het zo'n flinke stoet was maakte dat het rijden met horten en stoten ging. Continu opletten dat je voldoende afstand houd is vermoeiend en het tempo maakte de stroomlijn een nadeel.
Als je iedere keer weer moet optrekken en nooit boven de dertig rijdt en bagage (dagvoorraad eten, drinken, extra kleding, gereedschap) bij je hebt en je fiets weegt al 32 kilo van zichzelf....
Aan het eind van de tocht had ik in ieder geval al twee uur pijn aan mijn achillespezen, misschien schakel ik ook wel gewoon teveel ofzo?
Het was een mooie tocht, maar ik zag het niet meer zitten om nog terug naar Leiden te fietsen, dus ik belde mijn zus dat ik eraan kwam....

Apeldoorn
Had ik toch niet bedacht dat van Garderen naar Apeldoorn de weg omhoog loopt en omhoog loopt en omhoog.... En in het donker (weer zo'n stikdonkere weg) zie je dat dan dus echt niet.....Ben zelfs uitgetapt om te kijken of ik een lekke achterband had (met dat lampje weer;)) Maar dat bleek het dus niet te zijn. Okee, het is bijna windstil, geen platte band, het is geen Alleweder, dat sluit ook een hoop verklaringen uit...dan ben ik dus aan het klimmen.
Mijn achillespezen vonden het NIET fijn, misschien valt de klim normaal wel mee, maar dus niet na 180 km met pijn aan je pezen. Ik werd ingehaald door een mountainbiker! Vlak voor de top. Maar dat was ook weer een gelukje want de beste man kende het pad blijkbaar goed en ik kon hem bijlichten; omdat ik er toch bijna was kon ik stroom verspillen. Het fietspad slingert tussen bomen door naar beneden richting Apeldoorn. Mijn groot licht , samen 7,5 W scheen tot ver voor de mountainbiker, die daardoor ook flink door kon pezen omlaag. Hij had door mijn licht goed zicht op het pad en de bochten, en ik kon zijn achterlicht volgen. Alleen had ik dat pad nooit zo snel kunnen rijden, want dan ben je bij elke bocht als je hem ziet te laat om te sturen.
Nog een échte afdaling volgde bij Het Loo: 67 km/h naar beneden. Bleek ik achteraf beter de réchter weg te hebben genomen, maar het was wel leuk die afdaling, en ik was in Apeldoorn. Aan de verkeerde kant van Apeldoorn, dat wel.
Bij mijn zus voor de deur had ik 195 km op de teller. Moet erbij vertellen dat ik wel serieus nog even twijfelde om nog even een blokje om te doen van vijf kilometer, om op een mooi rond getal uit te komen. Maar ik vond het best zo en het was wel weer een record, al was het niet zo spectaculair als ik me, onder voorbehoud, voorgenomen had.
Had ik nog zin en puf om morgen terug te fietsen? Wind tegen? Beginnen met een klim? En mijn kinderen een halve dag niet zien, die ik sowieso maar een weekend per 14 dagen zie? Nah.
Na een paar heerlijke biertjes sliep ik fantastisch. De volgende dag bracht de trein me in vijf kwartier in Leiden. De Mango heb ik zondagavond op het dak van de auto geknoopt. Misschien fiets ik volgend jaar heen en terug, mijn afstanden worden toch steeds langer, óf misschien kom ik met de auto en fiets ik de tocht met Mango en aanhanger.

Lieveheersbeestje
De trekhaak had ik volgens Allert van Velomobiel.nl te ver naar achteren op de fiets gemonteerd. Als nadeel heeft dat dat je dan inclusief aanhanger wel erg lang wordt. Een velomobiel is sowieso al wat langer dan een doorsnee fiets. Oversteekplaatsen zijn er soms niet op berekend dat een fietser ook langer kan zijn. Ook gewone fietsen met aanhanger, of bakfietsen hebben daar dan last van. Of eigenlijk hebben vooral automobilisten daar dan last van....en voor de fietser zijn die lastiggevallen automobilisten dan weer gevaarlijk...
Dilemma: nóg meer gaten in de Mango? Liever niet! Ook al is het te repareren, je blijft het toch zien. Maar de kar dichtbij de fiets is echter inderdaad ook geen slecht plan van Allert. Na hier een paar weken op te hebben gesudderd heb ik de door mij bedachte oplossing met de ijzerzaag uitgevoerd. De dissel van de pas gekochte Burley moest eraan geloven. Nooit gedacht dat ik nog eens de voorpoot van een lieveheersbeestje af zou zagen :)
Ik had al snel gezien dat de dissel van de Burley centraal eindigt. De dissel kan daarbij ook nog bij de kar langer of korter gemaakt worden. Normaal gesproken fiets je met een lange dissel en loop je met een korte. De koppeling voor aan de haak van de fiets zit exact midden voor de kar. De trekhaak aan de fiets zit echter nooit in het midden van de fiets, want die zit naast het achterwiel, dus de kar rijdt normaal gesproken iets links ten opzichte van de trekkende fiets. Bij een gewone fiets is dat wellicht prettig als je zoveel mogelijk rechts wil houden. Samen met de toch al brede Mango zou het echter een breedte geven van zo'n 90 cm of meer: de halve breedte van de Mango + de afstand van symmetrieas van de Mango tot de trekhaak + de halve breedte van de kar = 37,5 cm + 15 cm + 40 cm = 92,5 cm.
Door van het schuine stuk van de dissel 7 à 8 cm af te zagen, en de dissel bij de aanhanger op kort te zetten (dat kan omdat mijn trekhaak te ver naar achteren zit :)) heb ik nu: een aanhanger die maar vijf centimeter achter de fiets hangt, een aanhanger die bijna recht achter de fiets hangt (het spoor van de Mango volgt) én hij kan nog alle kanten op gewoon zijn bochten maken. Het verstevigen van de body, op de plek van de bovenste bout, met een glasmatje was simpeler dan ik dacht en zo gepiept. Alleen een lastige plek om te werken, diep in de staartpunt én de Mango moest even naar binnen, want het was koud buiten.
Ik heb één proefrit gemaakt, dat ging prima, moest alleen in de bochten in het achterpad even 20 cm terug "flintstonen" om te steken. Morgen de échte test: Yntze naar zijn gastouder in Voorschoten brengen.



maandag 10 december 2007

voorbereidingen voor de oliebollentocht en een aanhanger

De Oliebollentocht komt eraan...

Op 28 december wordt in de omgeving van Putten de 10e oliebollentocht voor velomobielen verreden. Vorig jaar reed ik ook mee, toen in de achterhoek en een stukje door Duitsland.
Dit keer is het iets dichter bij huis, dus ik ga er nu fietsend naar toe. Volgens maps.google.nl kan ik een redelijk eenvoudige route nemen van 87 km. Daarna dus de oliebollentocht van 60 km en dan weer terug naar Leiden. Kom ik op 234 km (of meer als ik pech heb) waarvan waarschijnlijk7 uur fietsen in het donker of schemer. Of misschien maar 6, als het meezit en ik ben op de terugweg nog steeds fit genoeg om een beetje tempo te blijven rijden...
Als ik de weg naar Hilversum (gezien de tijd van het jaar 2 keer het donkerste stuk, zowel heen als terug) nog nooit gereden had, zou ik er niet aan beginnen. Dan zou ik de fiets op de auto knopen. Maar fietsen is leuker en de route simpel en bekend genoeg om hem in het donker te vinden. Daarbij heb ik al afgesproken dat ik op de terugweg in ieder geval tot Baarn meerijdt met "koe-quest"-rijder Kees van Malssen (http://quest.ligfries.com/fotoos.php) uit Gouda en wellicht met meer velomobilisten die naar huis deze kant op fietsen.

Als voorbereiding voor de dagvullende tocht heb ik twee nieuwe voorbanden besteld bij velomobiel.nl en geïnformeerd of mijn verlichting simpel aan te passen is, zodat ik langer met een accu kan doen. Dat kan simpel.
Ik heb nu twee 5 watt lampjes als koplampen. Een ervan kan vervangen worden door een 2,4 Watt lampje. In plaats van de keus tussen 5W of 10W (één of twee lampen aan), kan ik dan kiezen uit 2, 4 W, 5 W én 7,4W (de éne, of de andere, of allebei de pitjes aan). Als ik alleen het 2,4 W en het ledachterlicht lampje laat branden, heb ik per accu ongeveer 8 uur licht. Moet toch genoeg zijn...omdat de accu's in de kou wat minder presteren neem ik ze wel allebei mee.
Verder zit ik mijn route uit te pluizen. Zodra ik even tijd heb kijk ik nog even naar details van de route met google earth. Als het straks donker is zijn de anwb fietsersbordjes niet meer te lezen, dus ik wil de route uit mijn hoofd kennen. Mijn topografische kennis van Nederland neemt zo langzamerhand aardig toe...Als ik op pad ga neem ik een doorzichtig mapje mee met fietskaarten van de omgeving waar ik langskom, en een briefje met telegramstijlaanwijzingen (wegnummers en welke richting ik waar moet aanhouden) Idealiter kom ik dan zonder op de kaart te hoeven kijken op mijn bestemming. Als die ingewikkeld is gaat er nog een detailkaartje mee van de eindbestemming.
En waar ik dan onderweg heel blij mee ben is het lampje in de fiets, zodat ik niet in een regenbui hoef uit te stappen om een kaart te raadplegen.
Steden blijven echter een obstakel waar het makkelijk mis kan gaan omdat je niet van elke stad een plattegrond hebt en er soms toch dwars doorheen wil. Het blijft zo toch nog behelpen soms. Misschien dat ik in de nabije toekomst ook nog wel aan de GPS in de fiets ga, maar de 28e rijdt ik nog gewoon analoog...
Verder ga ik zo langzamerhand ook maar vast een lijstje maken van wat er aan versnaperingen en vocht en koolhydraten mee moet. Vast staat dat ik om 6 uur stevig moet hebben ontbeten. Volgens "www.kreuzotter.de" ga ik met mijn type fiets, met mijn lengte en gewicht, bij een gemiddelde snelheid van 30 en een temperatuurtje van 0 graden, in 240 km 3246 kcal verstoken. Nou rijden we met de oliebollentocht geen 30 km gemiddeld, omdat het een grote groep is, maar dat is maar een klein deel van mijn dagafstand en het is de veluwe en voor hellinkjes heb ik niks ingevoerd, dus dat compenseert weer. het zal wel aardig kloppen
De website geeft er als gadget bij de gadget ook een lijstje bij waar ik dat uit kan halen:
3246 kcal sind enthalten in:

Walnüssen (Kerngewicht 4 g): 124,8 Stück
oder Schokoladetafeln à 100 g: 6,1 Stück
oder Energieriegeln (z.B. P**erbar) à 65 g: 14,4 Stück
oder Äpfeln à 150 g: 43,3 Stück
oder Fruchteiskugeln à 100 g: 25,0 Stück
oder Müsli mit Milch, Obst und Honig: 1876 Gramm
oder Rohkostsalat mit Öl: 5502 Gramm
oder Spaghetti Bolognese: 1436 Gramm
oder Pommes frites: 1298 Gramm
oder Kartoffeln (geschält) à 80 g: 47,7 Stück
oder Lammfleisch (Keule): 1353 Gramm
oder Vollkornbrotscheiben à 50 g (ohne Belag): 32,5 Stück
oder Knäckebrotscheiben (ohne Belag): 108,2 Stück
oder Apfelsaft-Schorle (50/50): 13,0 Liter
oder Vollmilch (3.5 Prozent Fettanteil): 5,1 Liter
oder helles Bier: 6,9 Liter
oder Rotwein: 4,6 Liter

Hmmm....wat zou ik doen, ga ik voor 7 liter bier, of voor 25 bolletjes ijs.....lijkt me beide niet echt geëigend voor het doel. Denk dat ik voor niet uitdrogen en veel (5 liter) drinken ga met veel suiker (appelsap, ijsthee, cola) en gewoon boterhammetjes, bananen mueslirepen en marsen en zo. en een zak chips mee voor het nodige zout, dan kom ik een heel eind...Alleen jammer dat 5 liter drinken 5 kilo weegt, maar daarom heb ik tegen "kreuzotter" gelogen over mijn gewicht.

En dan de aanhanger, die komt er ook aan....

Ik wil Yntze in een kinderfietskar gaan vervoeren. Als het regent is dat luxer voor hem. Ik kan hem dan met behulp van een plu, droog in de kar krijgen, of de maxicosi met regenscherm en al in de kar zetten. In de draagzak op mijn buik kan dat niet. Ik kan zelf niet in of uit stappen met een paraplu. laat staan als ik daarbij met Yntze rekening moet houden die in de draagzak op mijn buik hangt. Daarbij is er in de Mango veel minder kinderruimte dan in de flevo Alleweder die ik eerst had. Lilian kon tot haar 6e goed mee, maar die is wel klein voor haar leeftijd. In ieder geval, meer comfort voor Yntze, gewoon zitten en naar buiten kunnen kijken.
Ik wilde eerst voor deze klus Kemper ligfietsen in Den Haag bellen, die verkopen velomobielen en kinderkarren, maar ben eerst eens zelf naar mijn fiets gaan kijken. Het achterwiel zit zo verstopt in de stroomlijn dat het geen optie is de trekhaak aan de achteras te bevestigen. Dus velomobiel.nl maar gebeld. Die kennen de fiets toch het beste, ze hebben hem zelf bedacht en gemaakt.
Volgens Ymte van Velomobiel .nl kunnen ze een trekhaak leveren, die aan de carosserie vastgemaakt wordt. Ik moest dan wel van tevoren al weten wat voor aanhanger het wordt, want per aanhanger verschilt de trekhaak. Ik heb daarom maar ter plekke definitief besloten dat het een "Burley" wordt. De trekhaak, met verstevigingsplaatje voor de carosserie, moet nog even gemaakt worden en gaat in dezelfde doos als de twee nieuwe voorbanden en het 2,4 W lampje en komt met de post over een paar dagen dan thuis. Daarna mag ik dan gaan boren in de carosserie van mijn mooie fiets.....slik.....ik zal het heel voorzichtig doen...
En nu nog bedenken of het een Burley D'lite wordt, of een Burley ladybug. €50,- meer voor een lieveheersbeestjesuiterlijk...wél errug leuk.....